Vier jaar geleden ging in Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) de geheugenpolikliniek Jong van start. Dit spreekuur richt zich op patiënten tot en met 70 jaar met geheugen- en hersenfunctieproblemen. In de loop der jaren is het fundament verstevigd met regionale dwarsverbanden, onderzoeksactiviteiten en een warme overdracht. Kortom, de geheugenpolikliniek Jong is volwassen geworden. ‘Het sleutelwoord is en blijft samenwerking’, verzekert klinisch geriater Liesbeth Hempenius.

Dit wekelijkse geheugenspreekuur heeft een multidisciplinair karakter. Dit betekent dat de klinisch geriater (als hoofdbehandelaar) nauw samenwerkt met het geheugenteam. Van een neuroloog, klinisch neuropsycholoog en psychiater tot een klinisch geriater in opleiding, een verpleegkundig specialist en verpleegkundig consulenten klinische geriatrie.

Eén dagdeel

Patiënten die zich (na verwijzing door hun huisarts) op de geheugenpoli Jong melden, worden op één dagdeel onderzocht. Na bloedafname en een hartfilmpje (ECG) volgt een gesprek met een arts of verpleegkundig specialist en psycholoog. In dit gesprek worden de geheugenproblemen besproken. Aansluitend wordt de patiënt bij de neuroloog verwacht die neurologisch onderzoek verricht. Lichamelijk onderzoek en neuropsychologisch testonderzoek behoren eveneens tot het programma. Hierbij worden hersenfuncties als geheugen, aandacht, planning en taal onderzocht. Tot slot meldt de patiënt zich op de afdeling Radiologie voor een MRI- of CT-scan van het hoofd.

Minder belastend

Deze bundeling van onderzoeken op één dagdeel heeft verschillende voordelen. ‘Allereerst hoeven de patiënt en zijn/haar naaste maar één keer naar het ziekenhuis te komen. Dat bekort het diagnostische traject aanzienlijk’, legt klinisch neuropsycholoog Ralf Koffijberg uit. Daarnaast heeft deze zogeheten zorgcarrousel een positief effect op de samenwerking tussen de verschillende disciplines. ‘Tijdens dit spreekuur stemmen we voortdurend onze bevindingen met elkaar af. Deze uitwisseling van kennis en ervaring komt de kwaliteit van zorg ten goede.’

Enorme impact

Een paar dagen na het spreekuur komt het geheugenteam bijeen om de resultaten te bespreken en een diagnose te stellen. Nog diezelfde week krijgt de patiënt de uitslag van de klinisch geriater. ‘Dementie is niet te genezen en in de loop van de tijd verergeren de klachten. Dat heeft een enorme impact op je dagelijks leven, je gezin en je werk’, legt Hempenius uit. ‘Juist vanwege deze impact willen we patiënten op korte termijn duidelijkheid bieden. Hoe eerder we de diagnose kunnen stellen, des te sneller kunnen we starten met een persoonlijk begeleidingstraject.’  

Afbeelding
MCL poli Jong
Uit

Nazorggesprek

De verpleegkundig consulent of verpleegkundig specialist van het MCL ziet de patiënt vier weken na de diagnose voor een nazorggesprek. Daarbij wordt, na instemming van de patiënt, ook de gespecialiseerde casemanager dementie van Netwerk Dementie Fryslân uitgenodigd’, vertelt Hempenius. Deze professionals begeleiden mensen met dementie en hun naasten. Ze geven voorlichting en praktische adviezen over het leren omgaan met de veranderende situatie. Ook kunnen ze de persoon met dementie attenderen op passende activiteiten en daginvulling waardoor de partner even op adem kan komen. Verder brengen zij het netwerk van familie, vrienden en buren in kaart. ‘Goede dementiezorg kunnen we niet alleen’, benadrukt Koffijberg. ‘De expertise van en de begeleiding door de casemanagers is onmisbaar.’

Uniek concept

‘Deze warme overdracht is een initiatief van de verpleegkundig consulent van de Geriatrie vanuit onze projectgroep’, vervolgt hij. Volgens neuroloog Niek Verwey heeft deze wijze van overdracht grote meerwaarde. ‘Als de casemanager na de diagnose meteen in beeld is bij de patiënt, dan wekt dat vertrouwen. Laagdrempelig contact is essentieel’, benadrukt hij. Volgens de neuroloog onderscheidt het MCL zich hiermee van andere ziekenhuizen. ‘Onze warme overdracht is een uniek concept in Nederland.’  

Leefstijladviezen

Zoals gezegd is dementie (nog) niet te genezen. ‘Toch helpt de diagnose om toegang te krijgen tot zorg en om hobbels in het zorgproces weg te nemen’, benadrukt de klinisch neuropsycholoog. De behandeling en zorg voor deze mensen bestaat voornamelijk uit voorlichting (bijvoorbeeld over leren omgaan met de nieuwe situatie) en leefstijladviezen. Sommige patiënten komen in aanmerking voor medicatie, die de zogeheten neurotransmitters (soort boodschappersstofjes in de hersenen) stimuleren. ‘Deze medicijnen kunnen het dementieproces hooguit iets afremmen, maar het zijn geen wondermiddelen’, waarschuwt klinisch geriater Hempenius.

Onderzoek

De ontwikkeling van een effectief medicijn tegen dementie vergt wereldwijd veel onderzoek. Ook het MCL werkt mee aan het zogeheten ABOARD-onderzoek. Dit is een groot, landelijk onderzoek gericht op verbeterde diagnostiek, preventie en vroegtijdige opsporing van Alzheimer. ‘We hopen hierdoor de diagnostiek en behandeling meer op maat aan te kunnen bieden. We zijn blij dat een promovendus van het UMCG ons ondersteunt in dit onderzoek, aldus de klinisch geriater.’ Verder werkt het MCL mee aan een onderzoek om dementie vast te kunnen stellen in het bloed. ‘Op dit moment gebeurt dat nog via het hersenvocht, maar dat is veel ingrijpender dan bloedonderzoek’, verduidelijkt Verwey. Hij omschrijft het onderzoek naar dementie als een complexe, maar boeiende puzzel. ‘We willen deze mensen graag helpen bij hun zoektocht.’

Zorg op maat

Vier jaar geheugenpolikliniek Jong laat zien dat bij ongeveer de helft van alle patiënten dementie of een cognitieve stoornis wordt vastgesteld. ‘Mede dankzij de inzet van de casemanagers proberen wij die groep én hun naasten zo goed mogelijk te begeleiden’, aldus neuroloog Verwey. Bij de andere helft worden de geheugenproblemen veroorzaakt door bijvoorbeeld een burn-out, depressie of autisme. ‘Die groep verwijzen we door naar het juiste loket’, verzekert de neuroloog. ‘Op onze geheugenpoli krijgt iedere patiënt zorg op maat.’

‘Het sleutelwoord is en blijft samenwerking’